Wat is de betekenis van Intrŏĕo?

2025-07-24
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Intrŏĕo

īvi en ĭi, ĭtum, īre, binnen-, ingaan of -treden, absol., b.v. portā, door de deur, Cic., in urbem, Cic., ad amicam, Ter., domum, Cic.; overdr., introire (in vitam), Cic.

Gerelateerde zoekopdrachten