Wat is de betekenis van Intestīnus?

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Intestīnus

1. inwendig, innerlijk, subst. intestinum, i, n. darm, plur. intestina, darmen, ingewanden, Cic. 2. in ’t bijz., (in de staat of de familie) inwendig, binnenlands, inheems, bellum, Cic., malum, Liv., caedes, verwantenmoord, Liv. | (in het binnenste van de ziel) inwendig, innerlijk = subjectief.

2025-07-25
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten