Interverto
(intervorto), verti (vorti), versum (vorsum) (3); 1. ergens anders heenwenden, overdr. = omkeren, veranderen; vernietigen, verijdelen; pass. mediaal = omslaan. 2. in ’t bijz., zich toeëigenen, onderscheppen, verduisteren (eig. en overdr.); praegn., alqm muliere, beroven, Pl., interversa aedilitate, met voorbijgang van, Cic.