Wat is de betekenis van Interfĭcĭo?

2025-07-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Interfĭcĭo

fēci, fectum (3), ombrengen, doden, vermoorden, in de pan hakken; (zaken) vernielen, vernietigen.

Gerelateerde zoekopdrachten