Wat is de betekenis van interen?

(teerde in, heeft en is ingeteerd), 1. door vertering langzamerhand minder maken of minder worden : hij heeft reeds een aanzienlijk deel van zijn kapitaal ingeteerd ; ook absol. ; 2. (gew.) in verval geraken, arm worden, achteruitgaan ; ook : vermageren.

interen - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van in en teren Synoniemen [2] vermageren, verschralen, verarmelijken Antoniemen sparen, oppotten

v., yntarre, -krommelje.

teerde in, h. (1), i. (2) ingeteerd (1 [door te groot verbruik] doen achteruitgaan, minder maken; 2 achteruitgaan; Z.-N. vermageren): 1. zijn vermogen interen; 2. ieder jaar interen.

('inte:rәn) (teerde in, ingeteerd) 1. (heeft) door vertering verminderen: zijn vermogen -. 2. (is) door vertering achteruitgaan: hij is aan ’t -.

(teerde in, heeft en is ingeteerd), 1. (overg.) door vertering langzamerhand minder maken of minder worden: hij heeft reeds een aanzienlijk deel van zijn kapitaal ingeteerd; (ook abs.) hij teert in; 2. (onoverg.) in verval raken, arm worden, achteruitgaan; ook: vermageren.

INTEREN, (teerde in, heeft en is ingetee, d). door vertering langzamerhand minder maken of minder worden : hij heeft reeds een aanzienlijk deel van zijn kapitaal ingeteerd; — (gew.) in verval geraken, arm worden, achteruitgaan, (ook) vermageren. INTERING, v. het interen.

Interen, (B. *...TEEREN), bw. ow. gel. door vertering minder maken of worden; in verval geraken. *...TERING, v. het interen.

...