Wat is de betekenis van Intempĕrĭēs?

2025-07-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Intempĕrĭēs

ēi, f. 1. onbestendigheid, caeli, afwisselend, ongezond weer, Tac., aquarum, overvloedige regen, overstromingen, Liv., verna, onbestendig voorjaarsweer. 2. overdr., storm = ongeluk; ongematigdheid, overmoed, insubordinatie: onmatigheid, Cic., ook alcs rei, in iets, Iust.

Gerelateerde zoekopdrachten