Wat is de betekenis van Inswinger?

2025-07-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

inswinger

(zelfstandig naamwoord) [voetbal] indraaier, binnendraaier - De indraaier was het enige en dus beslissende doelpunt van de wedstrijd: 1-0 voor de thuisploeg. [alg.] aanzwengelaar, de knuppel in het hoenderhok gooien §, aftrapper - De advocaat begint zijn pleidooi met een aftrapper van jewelste en daarmee is te toon van zijn betoog ge...

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

inswinger

(1949) (< Eng.) (voetb.) bal die met een boog het doel in wordt geschoten. De Nederlandse term is binnendraaier of indraaier. • Ogenschijnlijk lijkt de Tilburgse rechtsback Ebbing (3) het vonnis over zijn ploeg te vellen. In werkelijkheid is dit tweede doelpunt van Sparta, rechtstreeks geboren uit een „inswinger" van Tinus Bosselaar....

2025-07-26
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Inswinger

Inswinger - (Eng.) bal die met een boog het doel in wordt geschoten. De Nederlandse term is binnendraaier of indraaier.

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Inswinger

[Eng., van to swing = draaien, zwenken] (voetbal) bal die van de zijkant naar het doel geschoten wordt (bijv.: een hoekschop), maar met een boog toch in de doelmond komt of dreigt te komen.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Inswinger

boogbal op het doel gericht

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Inswinger

[Eng ], m. (-s), (voetbal) voorzet die met een boog op het doel afgaat,

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten