Wat is de betekenis van Insuikeren?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Insuikeren

(suikerde in, heeft ingesuikerd), in suiker inleggen, konfijten : vruchten insuikeren.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

insuikeren

(suikerde in, heeft ingesuikerd), in suiker inleggen, konfijten: vruchten —.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Insuikeren

INSUIKEREN, (suikerde in, heeft ingesuikerd), met suiker vermengen, in suiker inleggen, konfijten : vruchten insuikeren.

2025-07-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Insuikeren

Insuikeren, bw. gel. met suiker vermengen, in suiker inleggen, konfijten.

Gerelateerde zoekopdrachten