Wat is de betekenis van Insto?

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Insto

stĭti, āre, intr. en trans. 1. eig., op iets staan of blijven staan, in triclinio, Suet., iugis, zijn stelling innemen, Verg. 2. overdr., iemd op de hielen zitten, in het nauw brengen, op hem aandringen, nazetten, ijverig vervolgen, bedreigen (ook in de oorlog), absol., Cic., alci, Cic.; boven het hoofd hangen, ophanden zijn, d...