instinker
(1930) (inf.) iets dat misleidend is; probleem waarvan de voor de hand liggende oplossing niet de juiste is. Oorspr. studententaal? Het woord komt bijvoorbeeld al voor op een Utrechtse studentenalmanak van 1930. Zie ook: instinken*. • „Een ding nog", zei de vader. „De grote instinker. Dat is als ze je iets vragen waarvan je zeer go...