Instelling
v. (-en), 1. het instellen in de versch. bet.: op-, inrichting, vaststelling: de instelling der Olympische spelen ; — de instelling van een dronk ; — het juist of scherp stellen: de instelling van een camera; 2. wat ingesteld is, organisatie, lichaam, inrichting, stichting, gesticht: instelling van liefdadigheid...