Wat is de betekenis van Inspit?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inspit

o., (vero., gew.) roerpen, helmstok.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inspit

o. inspitten (scheepst. roerpen).

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Inspit

INSPIT, o. (zeew.) roerpen, helmstok.

2025-07-26
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Inspit

z.n.o. - Zie roerpen.

Gerelateerde zoekopdrachten