Wat is de betekenis van inspectrice?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inspectrice

v. (-s), vrouwelijke inspecteur.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inspectrice

inspectrice - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) vrouwelijke vorm van inspecteur Woordherkomst Naamwoord van handeling van inspecteren met het achtervoegsel -rice

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Inspectrice

inspectrice.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inspectrice

v. inspectrices (Fr. vrouwel. inspecteur).

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Inspectrice

INSPECTRICE, v. (-s), vrouwelijk inspecteur.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)