Inrichter
m., INRICHTSTER, v. (-s), die inricht.
Wiktionary (2019)
inrichter - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) organisator 2. (beroep) iemand die de inrichting van een ruimte verzorgt ♢ Afgelopen weekend heb ik de Late Rembrandt bezocht. Prachtige tentoonstelling, goed opgezet en liefdevol ingericht. Wat een schitterende schilderijen en wat was de samenstelling een genot. H...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
organisator Om een onderscheid te maken tussen een publieke en private samenkomst spelen volgens Van Laethem twee factoren een rol: de verhouding tussen de inrichter van de vergadering enerzijds en de plaats waar de vergadering wordt gehouden anderzijds. (Gert Vermeulen (e.a.), Privacy en strafrecht: nieuwe en grensoverschrijdende v...
Peter Bakema (2003)
(de, -s) organisator. Nauwelijks was de massa zondagavond weggetrokken uit Zolder of de organisatoren zaten al rond de tafel met de inrichters van de Ronde van Frankrijk. - LN, 15-10-2002.
Walter De Clerck (1981)
Organisator; in ’t mv. ook: organisatiecomité, actiecomité. - Zie verder bij inrichten. Ik kreeg ook bij de liefhebbers startpremies. Maar ik moest er niet om vragen, de inrichters boden me geld, JANS/VAN LOOY 1972, 26. Het stadsbestuur van Knokke-Heist ... hoopt met de inrichters dat dit tot een jaarlijkse traditie en...
M. J. Koenen's (1937)
m. inrichters (Z.-N. iem., die iets organiseert): inrichters van congressen; toneelinrichter, regisseur.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: