Wat is de betekenis van inname?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inname

v., (germ.) het innemen, de inneming: de inname van Jeruzalem.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inname

inname - Zelfstandignaamwoord 1. het innemen Woordherkomst Naamwoord van handeling van innemen. Synoniemen inneming toediening

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

inname

inname - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-na-me 1. het in bezit nemen, veroveren ♢ de inname van de stad duurde slechts twee dagen 2. het ontvangen van iets ♢ de inname van wapens uit het kam...

2025-07-28
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

inname

1. het aannemen van na uitlening terugbezorgde boeken en andere documenten. 2. plaats aan het uitleenbureau waar dit geschiedt. - innamebalie .

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

inname

inneming (stad).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inname

v. minder juist voor inneming.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inname

('inna:mə) v. (~n) het innemen : de der stad.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inname

v./m., het innemen, de inneming: de van Parijs.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Inname

INNAME, v. het innemen, de inneming: de inname van Jeruzalem.