Wat is de betekenis van Inliggen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inliggen

(lag in, heeft ingelegen), 1. (gew.) in de kraam liggen : zij ligt in van haar derde kind ; 2. (Zuidn.) in de winkel, de kelder enz. liggen (van voorraad): ik heb twee vaten bier inliggen ; 3. ingekuild zijn ; in de grond liggen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Inliggen

INLIGGEN, (lag in, heeft ingelegen), (gew.) in de kraam liggen : zij ligt in van haar derde kind; — (Zuidn.) in den winkel, den kelder enz. liggen (van voorraad): ik heb twee vaten bier inliggen, (ook) in den grond liggen (van groenten die er gedurende den winter bewaard worden).

Gerelateerde zoekopdrachten