Wat is de betekenis van inhaleren?

(inhaleerde, heeft geïnhaleerd), (<Lat.), inademen, van rook, geneeskrachtige dampen enz.

inhaleren - Werkwoord 1. (ov) diep inademen Woordherkomst Naamwoord van handeling van het Franse inhaler (met het achtervoegsel -eren)

inhaleren - regelmatig werkwoord uitspraak: in-ha-le-ren 1. door ademen in je longen laten komen ♢ bij het roken kun je beter niet inhaleren Regelmatig werkwoord: in-ha-le-ren ik inhaleer ...

Zie (ook) inademen

[Lat. in-halare, -halatum = in-blazen, in-ademen] (diep) inademen, bijv. van tabaksrook.

diep inademen

inademen

(geneeskrachtige dampen) inademen.

geïnhaleerd (Fr. [Lat. inhalare]: inademen).