Wat is de betekenis van ingangsdeur?

2025-07-24
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

ingangsdeur

voordeur Virginie en ik sliepen in twee gescheiden kamers ver links van de ingangsdeur, naast het poorthuis. (René Jean-Paul Dewil, De blauwe bloemen) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 6

2025-07-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

ingangsdeur

(de, -en) voordeur. Een kwajongen sloeg het dubbel glas van.de ingangsdeur stuk. De bende sprong in de zaak en begon met haar rooftocht. - HN, 21-09-2002.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ingangsdeur

('in) v. (-en) deur waardoor men ergens ingaat: de van een vliegtuig.

Gerelateerde zoekopdrachten