Wat is de betekenis van Inflodderen?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inflodderen

(flodderde in, heeft en is ingeflodderd), flodderend binnengaan of -komen; zich inflodderen, zich ergens indraaien.

Gerelateerde zoekopdrachten