Wat is de betekenis van Infesteren?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Infesteren

(infesteerde, heeft geïnfesteerd), (<Fr.), (een streek) binnenvallen, verontrusten; onveilig maken, plagen.

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Infesteren

[Lat. infestare = aanvallen, van infestus = vijandig, voor infensitus, van in = binnen, en *fendere = stoten] als vijand binnenvallen en onveilig maken.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Infesteren

vijandelijk binnenvallen; verpesten

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Infesteren

onveilig maken; aanvallen.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

infesteren

vijandig aanvallen; onveilig maken.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

infesteren

(infes'te.rən) (infesteerde, heeft geïnfesteerd) [Fr. < Lat. infestaré] 1. vijandig aanvallen. 2. onveilig maken.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

infesteren

[→Fr.] (infesteerde, heeft geïnfesteerd), 1.(overg.) (een streek) binnenvallen, verontrusten; onveilig maken, plagen; 2. verpesten.

Gerelateerde zoekopdrachten