Infesteren
(infesteerde, heeft geïnfesteerd), (<Fr.), (een streek) binnenvallen, verontrusten; onveilig maken, plagen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(infesteerde, heeft geïnfesteerd), (<Fr.), (een streek) binnenvallen, verontrusten; onveilig maken, plagen.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. infestare = aanvallen, van infestus = vijandig, voor infensitus, van in = binnen, en *fendere = stoten] als vijand binnenvallen en onveilig maken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(infes'te.rən) (infesteerde, heeft geïnfesteerd) [Fr. < Lat. infestaré] 1. vijandig aanvallen. 2. onveilig maken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[→Fr.] (infesteerde, heeft geïnfesteerd), 1.(overg.) (een streek) binnenvallen, verontrusten; onveilig maken, plagen; 2. verpesten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: