Wat is de betekenis van Infesteeren?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Infesteeren

INFESTEEREN, (infesteerde, heeft geïnfesteerd), vijandig aanvalien, verwoesten, stroopen, uitplunderen; — verontrusten, plagen, lastig maken, kwellen; onveilig maken.

2025-07-27
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

infesteeren

infesteeren - bw. gel., vijandig aanvallen; onveilig maken

Gerelateerde zoekopdrachten