Wat is de betekenis van infaust?

2025-07-28
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Infaust

Ongunstig.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

infaust

infaust - Bijvoeglijk naamwoord 1. (medisch) ongunstig Een infauste prognose is dat de ziekte een dodelijke afloop heeft

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Infaust

[Lat. infaustus = geen zegen brengend, van faustus = favostus = geluk voorspellend, van favere = gunstig gezind zijn] ongunstig; zonder hoop op genezing.

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Infaust

ongunstig (bij ziekteverloop)

2025-07-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Infaust

ongunstig (meestal gebruikt ter kenschetsing van een prognose).

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

infaust

zeer ongunstig, hopeloos (v. zieke).

2025-07-28
Populaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Infaust

ongunstig of ongelukkig. Wordt gebruikt bij de voorspelling of prognose omtrent den afloop eener ziekte.

2025-07-28
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Infaust

(infaustus), ongelukkig, ongunstig ; vooral gezegd van de voorspelling (prognose) omtrent den afloop van een ziekte.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Infaust

(infaustus), ongelukkig, ongunstig; vooral gezegd van de voorspelling (prognose) omtrent de afloop van een ziekte.