Wat is de betekenis van Indisponeren?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Indisponeren

(indisponeerde, heeft geïndisponeerd), misnoegd, wrevelig, boos maken, vertoornen, in een kwade luim brengen.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Indisponeren

ontstemmen

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Indisponeren

ontstemmen; boos maken.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

indisponeren

ontstemmen, in kwade luim brengen.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

indisponeren

(indispo'ne:rən) (indisponeerde, heeft geïndisponeerd) ontstemmen, misnoegd, boos, toornig maken.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

indisponeren

(indisponeerde, heeft geïndisponeerd), misnoegd, wrevelig, boos maken, vertoornen.

Gerelateerde zoekopdrachten