Incurro
curri (ook cŭcurri), cursum (3); I. voortijlen, zich uitstorten (van rivieren). II. a. (opzettelijk) op iemd of iets aanstormen, losrennen, iemd aanvallen, (in een land) invallen, een inval doen. | overdr., tegen iemd van leer trekken, iemd doorhalen, in alqm, Trebon. bij Cic. b. (toevallig) tegen iemd aanlopen, -rennen, op iemd stoten, op...