Wat is de betekenis van inconstant?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inconstant

(<Fr.), bn. bw., onstandvastig.

2025-07-22
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Inconstant

(inkonstant) onstandvastig

2025-07-22
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Inconstant

onbestendig, veranderlijk.

2025-07-22
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Inconstant

onstandvastig, onbestendig, ongestadig, onvast, wankelmoedig), wisselvallig, wispelturig, ontrouw.

2025-07-22
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

inconstant

onbestendig, onstandvastig, veranderlijk.

2025-07-22
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Inconstant

onstandvastig, niet regelmatig voorkomend.

2025-07-22
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Inconstant

onstandvastig, niet regelmatig voorkomend.

2025-07-22
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

inconstant

inconstant - onbestendig, veranderlijk.