Incŏlo
cŏlŭi, cultum (3), trans., bewonen; p a r t. s u b s t., incolentes, ĭum, m. inwoners, Liv., Sen. | intr., wonen, zijn woonplaats hebben.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
cŏlŭi, cultum (3), trans., bewonen; p a r t. s u b s t., incolentes, ĭum, m. inwoners, Liv., Sen. | intr., wonen, zijn woonplaats hebben.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: