Wat is de betekenis van Inciviek?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

inciviek

(W.O. II) (< Fr. incivique, een staatsburger onwaardig) (België) (znw.) iemand die een politiek misdrijf pleegt; iemand met weinig burgerzin; collaborateur. Als bnw. politiek onbetrouwbaar. • In de Herfstdagen van 1944 was een stokoud vrouwtje het curiosum van het interneeringskamp St. Kr. bij Brugge. De incivieken aldaar zullen - zoo...

2025-07-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

inciviek

(bn.) getuigend van incivisme, gekenmerkt door gebrek aan burgerzin Clerfayt en de zijnen voeren, zeer bewust, een internationale campagne tegen het federale samenlevingsmodel dat Vlamingen en Franstaligen in België samen uitwerkten. In alle zichzelf respecterende democratieën zou dergelijk inciviek gedrag ten sterkste afgekeurd worden. -...

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Inciviek

[Fr. incivique = een staatsburger onwaardig] I zn politiek onbetrouwbaar persoon, (Z.N.) collaborateur; II bn politiek onbetrouwbaar.

2025-07-26
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Inciviek

Inciviek [Fr. incivique, `onstaatsburgerlijk'], politiek onbetrouwbaar, in België benaming voor politieke delinquenten uit de Tweede Wereldoorlog. Wet op de → Epuratie.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Inciviek

collaborateur (W.O.II); politiek onbetrouwbaar persoon (B)

2025-07-26
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Inciviek

[<Fr.], 1. politiek onbetrouwbaar; 2. politiek onbetrouwbaar persoon. In België zijn incivieken de politieke delinquenten uit de Tweede Wereldoorlog. → Wet op de Epuratie.

2025-07-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

inciviek

I. Als bnw. Politiek onbetrouwbaar; van zaken: van gebrek aan burgerzin getuigend; een incivieke houding; incivieke handel drijven. II. Als znw. Politieke delinquent, m. n. in toep. op iem. die tijdens de oorlog in het door de vijand bezette gebied met de bezetters samenwerkte: collaborateur; in Nederl. veelal N.S.B.’er (lid v...

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inciviek

(insi'vi:k) 1. bn. en bw. [Fr. < Lat. in, niet + civis, burger] zonder burgerdeugd. 2. m. en v. (-en) inciviek persoon.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inciviek

[→Fr.], I. bn., politiek onbetrouwbaar; n. zn. m./v. (-en), politiek onbetrouwbaar persoon.