Wat is de betekenis van in (en uit) gaan?

Gerelateerde zoekopdrachten

• Spreekwoorden met in (en uit) gaan
• Hij deugt niet, om uit visschen te gaan; want hij vreet het deeg op, en sch… in het kanisje.
• Hij deugt niet, om uit visschen te gaan; want hij vreet het deeg op, en sch... in het kanisje. (Zie deeg).
• Die lang leert, die veel leert, zei de mooije breister, en zij wist uit te cijferen, hoeveel steken er in een paar kousen gaan. (Zie breister).
• gaan uit
• uit en in
• Lukraak woord