in- en infatsoenlijk
in- en infatsoenlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. uiterst keurig ♢ De mannen in haar familie waren zo in- en infatsoenlijk, en dat was soms een nadeel. Woordherkomst afleiding van fatsoenlijk (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel) V...