Wat is de betekenis van in- en infatsoenlijk?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

in- en infatsoenlijk

in- en infatsoenlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. uiterst keurig De mannen in haar familie waren zo in- en infatsoenlijk, en dat was soms een nadeel. Woordherkomst afleiding van fatsoenlijk (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel) V...