in de hazelaar lopen
(19e eeuw) (Vlaanderen, vero.) slecht gehumeurd zijn. • Hij is slecht gezind: loopt in den hazelaar, heeft nevens zijn leerzen getrapt, is met zijn linkerbeen uit het bed gekomen, ziet zuurder als het weer, is vies geschoren, sleept zijn lippen, laat zijn lippen hangen, heeft azijn gedronken, heeft zijn vieze muts op, is slecht gemutst, is ver...