In de dode hand zijn
gezegd van goederen die niet op anderen kunnen vererven. De dode hand is oorspr. de staat der leenmannen die beroofd bleven (zij en hun nakomelingen) van het recht, over hun goederen te beschikken; degenen die in die staat verkeerden, noemde men lieden van der doder hant of later die dode hant, wat vandaar werd toegepast op een geestelijke stichtin...