Wat is de betekenis van in de bocht?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

in de bocht

(1965) (inf.) X is weer bezig, doet weer gek. • Als ik de winkel binnenkwam zonder ‘blijf maar’ te roepen, want je hoorde de bel toch niet, vloog mijn broer recht op mij af, zwenkte vlak voor mij met een scherpe hoek en riep: ‘Pijnenburg in de bocht!’ (Jan Wolkers: Terug naar Oegstgeest. 1965) • `Sherlock...