Wat is de betekenis van Imri?

2025-07-29
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Imri

1) vader van een der opbouwers van den muur van Jeruzalem; I Chron. 7:2. 2) een man uit den stam Juda; I Chron. 9: 4.

Gerelateerde zoekopdrachten