Improperiën
(Lat., beschimpingen), aangrijpende klaagwoorden v.d. lijdende Verlosser over de ondankbaarheid der Joden. Zij beginnen met de woorden: Popule meus, quid feci tibil Mijn volk, wat heb lk u gedaan?
Winkler Prins (1949)
(Lat., beschimpingen), aangrijpende klaagwoorden v.d. lijdende Verlosser over de ondankbaarheid der Joden. Zij beginnen met de woorden: Popule meus, quid feci tibil Mijn volk, wat heb lk u gedaan?
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(improperium=smaad, verwijt) zijn de liefdevolle verwijten, die de Romeinse liturgie Christus in de mond legt en welke in elke parochiekerk gezongen worden bij verering van het kruis op Goede Vrijdag. Als refrein wordt Sanctus of Trisagion bij de eerste 3 strophen tussengevoegd. De gebruikte beeldspraak herinnert aan de bevrijd...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Lat. probrum = smaad), benaming der verwijten van den Heiland tot zijn ondankbaar volk, op Goeden Vrijdag onder de Kruisvereering gezongen door twee solisten. De eerste drie worden beantwoord door twee koren met het Trisagion, de volgende met „Popule meus”. Waarsch. afkomstig uit Syrië, verspreidden zij zich over Gallië naar...
Jozef Verschueren (1930)
(impro'pe:rién) mv. [Lat. improperia] klachten van de Verlosser aan het kruis, die op Goede Vrijdag, bij de kruisverering, gezongen worden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Improperiën - (kerklatijn), letterlijk : verwijtingen, smaadredenen, beschimpingen. In de R.-K. kerk worden daarmede aangeduid de klachten van den lijdenden Verlosser aan het kruis over den ondank en de ontrouw van het Joodsche volk ; ze worden gezongen tijdens de kruisvereering op Goeden Vrijdag. Een gedeelte ervan (Trisagion) wordt telkens herhaa...
M.C. Nieuwbarn O.P. (1910)
„klachten”, verwijten; klaagliederen van den lijdenden Zaligm. aan het Kruis over den ondank van Israël; in de liturgie der lijdensweek gezongen reeds in de 9e eeuw; de meest beroemde, die van Palestrina (1560), in de Sixtijnsche Kapel (z.a.) jaarlijks voorgedragen. Zie: Klaagliederen; Jeremiaden.
J. Kramer (1908)
(kerklatijn) letterlijk: verwijtingen, smaadredenen, beschimpingen. In de r.-k. kerk worden daarmede aangeduid de klachten der lijdende liefde aan het kruis, in den vorm van antiphonen en responsoriën, welke op Goeden Vrijdag bij de plechtige kruisvereering gezongen worden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: