Wat is de betekenis van Impr(a)egneren?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Impr(a)egneren

(impraegneerde, heeft geïmpraegneerd), doen doortrekken, inpersen: hout met creosootolie, een weefsel met vet of zout impregneren.