Wat is de betekenis van Imponeeren?

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

imponeeren

imponeeren - opleggen; bewondering of ontzag afdwingen; indruk maken.

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Imponeeren

indruk maken, achting afdwingen, ontzag inboezemen, zich meester maken van de gemoederen, een overweldigenden indruk teweegbrengen; imponeerend of imposant: indruk makend, achting af dwingend, gewichtig schijnend, veelbeteekenend, nadrukkelijk.

2025-07-28
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Imponeeren

indruk maken, ontzag wekken, zich meester van de gemoederen maken.

2025-07-28
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Imponeeren

Lat., indruk maken, zich doen gelden; eerbied, gehoorzaamheid afdwingen, impopulair Fr., niet in den smaak van 'het volk vallend, niet door het volk bemind; impopulari- teit vr., het impopulair zijn. import m. Lat., invoer; importeeren invoeren;

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Imponeeren

IMPONEEREN, (imponeerde, heeft geïmponeerd), opleggen (b. v. het stilzwijgen aan iem.) ; achting, eerbied, ontzag inboezemen, zich van de gemoederen meester maken, ze overweldigen.

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

imponeeren

imponeeren - bw. ow. gel., opleggen (b.v. het stilzwijgen aan iem.); eerbied □, ontzag inboezemen

Gerelateerde zoekopdrachten