Wat is de betekenis van Implanter?

2025-07-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Implanter

I. inplanten; vastzetten, in gang doen vinden; II. s’implanter, zich vast zetten, wortel schieten, post vatten, ingang vinden.

Gerelateerde zoekopdrachten