Imperat aut servit collecta pecunia cuique
(Lat.), het geld beheerst of dient zijn bezitter (Horat., Epist. 1,10, 47). Vgl. : geld is een goede dienaar maar een harde meester. Imperato'rem stan'tem mori opor'tet (Lat.), een keizer moet staande sterven (woorden van keizer Yespasianus volg. Suetonius, Vesp. 24).