Iemand (of iets) onder de oogen zien
D.w.z. iemand niet vreezen; een gevaar, eene moeilijkheid, vergeleken bij een persoon, die vrees inboezemt, van naderbij durven beschouwen, er niet tegen opzien, niet vreezen. Vgl. Pers, 678 a: Zy waren afgerechter om papen en monnicken te knevelen, als hunne vyanden onder oogen te sien; Vondel III, 401: Die durreven wel sien soo eerelyck (d.i. ...