Iemand eene schrobbeering geven
D.w.z. iemand een standje geven, de les lezen, den mantel uitvegen; hem doorhalen, hem de ooren wasschen; iemand een katje geven; eig. iemand op eene ruwe wijze boenen, zoodat deze uitdr. te vergelijken is met de vroegere iemand met een boender schrobben; iemand boenen. Vroeger kwam voor: iemand (be)schrobben (fri. immen bis...