Wat is de betekenis van HUSIM?

2025-07-25
Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

HUSIM

1. Een zoon van Dan, Gen. 46 : 23. Num. 26 : 42 heet hij Suham.2. De H. waren zonen van Aher, Benjaminieten, 1 Kron. 7 : 12. Men leest dit vs ook wel geheel anders, zodat hier gesproken zou worden over de zonen van Dan; zie b.v. Noordtzij in K.V. Maar het is de vraag, of deze opvatting juist is. 3. Een der drie vrouwen van Saharaïm, een Benjaminiet...

2025-07-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Husim

1) een der twee vrouwen van Saharaim; I Chron. 8: 8, 11. 2) een afstammeling van Benjamin of van Dan; I Chron. 7:12.

Gerelateerde zoekopdrachten