Hummel
m. (-s), zeer jong kind (wanneer het al kan lopen), gewoonl. met vertedering gebruikt: zo'n kleine hummel.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), zeer jong kind (wanneer het al kan lopen), gewoonl. met vertedering gebruikt: zo'n kleine hummel.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
hummel - zelfstandig naamwoord uitspraak: hum-mel 1. klein kind ♢ die kleine hummel kan nog nauwelijks lopen Zelfstandig naamwoord: hum-mel de hummel de hummels ...
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
1. hommel; eine wilde Hummel, een wildebras, een wilde meid; Hummeln im Hintern haben, kwik in 't lijf hebben, ongedurig zijn. 2. springstier.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Hummel - (Johann Nepomuk), geboren 1778 te Preszhurg, overleden 1837 te Weimar, pianist en componist van beteekenis, een der weinigen, die er zich op konden beroemen het onderricht van Mozart te hebben genoten. H. heeft de betrekking van hofkapelmeester bekleed te Stuttgart en te Weimar, en bovendien groote reizen gemaakt om in de voornaamste stede...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: