Hulpprediker
m. (-s), iem. die een predikant bijstaat of bij ontstentenis vervangt; ook: candidaat aangesteld op een plaats die geen eigen predikant heeft.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), iem. die een predikant bijstaat of bij ontstentenis vervangt; ook: candidaat aangesteld op een plaats die geen eigen predikant heeft.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Hulpprediker - in de Ned. Herv. Kerk een candidaat tot den H. D., een emeritus-pred., vroeger ook wel een godsdienstonderwijzer in vakante of grootere gemeenten onder toezicht van een predikant. Zie voor de bijzonderheden het Reglement op het hulppredikerschap. Te onzent wordt er nog weinig gebruik van gemaakt. Meer beteekent het in de Indische ker...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), in de Ned.-Hervormde Kerk een (niet-academisch opgeleide) hulpkracht, die in een bediening is gesteld en bevoegd is tot verschillende predikantswerkzaamheden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: