Hukker
m. (-s), 1. die hukt; 2. (Zuidn.) die talmt, zijn tijd verspilt, ergens te lang blijft zitten.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. die hukt; 2. (Zuidn.) die talmt, zijn tijd verspilt, ergens te lang blijft zitten.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw, vero.) (Zuid-Nederland) kruidenier. In deze betekenis niet opgenomen in het WNT. • Hukker: synoniem voor 'kruidenier' dat vooral in zuidelijk Nederland opgeld deed. Incourant na 1900. Hukker heeft zich ontwikkeld uit het oudere hukken, nevenvorm van hurken, en betekent zoveel als: die achter zijn (koop)waren neerhurkt of die onder z...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: