Wat is de betekenis van houzee?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Houzee

zie HOEZEE.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

houzee

(W.O. II) begroeting onder NSB'ers. • ‘Hou zee!’ daverde het door de zaal. (Maurits Dekker: De laars op de nek. Roman 1939-1944. Gepubl. 1945) • Maar voorlopig probeer ik hem met huichelen en met liegen onschadelijk te maken en als het niet anders kan, zal ik mijn hand opsteken en “houzee” roepen - maar om de waa...

2025-07-27
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Houzee

Uitroep van wie niet weten, waar de zee ligt.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

houzee

→hoezee.

2025-07-27
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Houzee

of hoezee. - Echte Hollandsche uitroep, doch verdrongen door ’t Hoogduistche of liever Kozaksche Hoera, waarop het geestige vaersjen van Staring slaat: Is ’t hoêra, is ’t hoera! Brul, spreek ik, geen Kozakken na, Als Willems batteryen spelen, Als Fredriks oorlogstrommen slaan. Blijve onze kreet val aan! Als jong en oud...

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten