Wat is de betekenis van houweel?

o. (...welen), 1. (vooral Zuidn.) landbouwgereedschap om de bovengrond los te maken, houw, hak ; 2. werktuig om gaten in harde grond te breken, steenkool los te hakken, muurwerk op te ruimen enz., bestaande uit een steel met een dwars er op staande arm, die als een beitel toeloopt, of, gewoonlijk, aan het ene eind beitelvormig en aan het andere pun...

hakwerktuig. hakwerktuig met een steel en dwars daarop een ijzer dat meestal bestaat uit een puntige en een beitelvormige helft. Voorbeelden: Uit de ingang van het stadion kwam een krijgsgevangen Spallasoldaat die een karretje duwde. Er lag gereedschap op. 'Allemaal een houweel pakken,' werd er gecommandeerd. 'Hakken!&...

(1970+) (sch.) mannelijk geslachtsdeel. • (Geïllustreerde Encyclopedie van de Sexualiteit. Ned. vertaling van The Visual Dictionary of Sex. H.J.W. Becht-Amsterdam. 1977-1980. Woordenlijst p. 126) • De grote magnaat trok met kracht zijn nog steeds zware, hamerende houweel eruit. (Heere Heeresma: Pompen of... Prachtporno uit de Drasde...

houweel - Zelfstandignaamwoord 1. (gereedschap) een metalen werktuig voor hakken in steen of aarde met een beitelvormig uiteinde en een puntvormig uiteinde ♢ - Eerder had ik me al afgevraagd wat het embleem betekent dat in de gevel van het huis gebeiteld is, hamer en houweel met gekruiste stelen, anno...

houweel - Handgereedschap dat bestaat uit een stalen kop die aan één of beide kanten is gepunt, met een houten handvat. Worden gebruikt om samengeperste aarde los te maken of in stukken te breken.

pik.

Handwerktuig, dat slechts sporadisch in de landb. wordt gebruikt. Men maakt er een vaste laag grond, b.v. een oerbank die vlak onder de bouwvoor zit, mee los. Met vrijwel geen enkel ander werktuig is een dgl. laag te doorbreken. Een h. heeft een steel met een lengte van ca 1 m, waaraan het eigenlijke h. is bevestigd. Dit heeft aan de ene zijde een...

s., houwe(r), houwiel (de & it), houke(r), houk; met de — werken, houkje.

o. houwelen; werktuig om gaten in harde grond te breken, muurwerk op te ruimen, steenkool los te hakken enz.: steel met flauw gebogen in een beitel uitlopende arm, dwars op de richting van de steel staande; ook: punt- of pikhouweel, nl. met twee armen, een puntige en een beitelvormige; gereedschap om bomen te rooien: bijl, aan een zijde in een zwar...