Wat is de betekenis van Houtvim?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Houtvim

v. (-men), (gew., Zuidn.) houtmijt; als maat 104 bossen.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

houtvim

v. -vimmen; houtmaat; (Z.-N.) houtmijt.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

houtvim

v. (-men) houtmijt.

Gerelateerde zoekopdrachten