houtskoolpot (
de, -ten), gietijzeren kooktoestel dat met houtskool gestookt wordt. De stedelijke vrouw uit de volksklasse moet zich echter behelpen met een houtskoolpot op het erf of in een ‘kookraam’ in een ‘bottelarij’ (Enc.Sur. 650). - Etym.: Het gedeelte van het toestel boven de stookruimte is panvormig (zie pot): - Syn. koolpot.