Hou en trouw zijn
D.w.z. getrouw zijn, onder alle omstandigheden trouw zijn. Eene in het mnl. vrij gewone uitdrukking, die toen luidde: houd (houde, hou) ende (ge)trouw sijn; bijv. Exc Cron. 212 c: Die burgeren deden den hertoge eenen eet, hou ende getrou te wesen; 16de eeuw ook trou ende holt, evenzoo in het hd. der 17de eeuw: dem König...