Wat is de betekenis van Hossen?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hossen

(hoste, heeft gehost), 1. elkaar arm aan arm vasthoudend, in een rij springend en dansend voortgaan : een troepje hossende kermisgangers ; 2. op en neer wippen : het kind zat te hossen op haar schoot.

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hossen

v., hosse, jots(j)e, jotskje.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hossen

hoste, heeft gehost; in de rij, in rijen arm aan arm, met springend en stotend gedans, op de maat van een of andere kreet zich voortbewegen: hossende knapen: hossen = hotsen.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hossen

('hosssn) (hoste, heeft gehost) [msch. klnb.3 in de rij, arm aan arm, springend en dansend zich een weg banen door een volksmenigte : een troepje -de kermisgangers.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hossen

(hoste, heeft gehost), (onoverg.) 1. elkaar arm aan arm vasthoudend, in een rij springend en dansend voortgaan: een troepje hossende kermisgangers; 2. op en neer wippen: het kind zat te op haar schoot.

2025-07-26
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

hossen

hossen ww. 'springen en dansen in een menigte' categorie: leenwoord Nnl. in het wilde gehos van een troep kermisgasten [1877; WNT gehots], hossen [1884; van Dale]. Hoewel in deze betekenis alleen de vorm hossen voorkomt, is dit woord wrsch. een variant met assimilatie ts > ss van het oudere...

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hossen

HOSSEN, (hoste, heeft gehost), springende, stootend en joelend zich een weg banen, inz. in de volte: een troepje hossende kermisgangers.

2025-07-26
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)